Volgens een recent onderzoek van het Instituut voor Publieke Economie en de Erasmus Universiteit Rotterdam betalen huurders in Smallingerland momenteel 4 procent te weinig voor hun woningen die zij huren van particulieren of bedrijven. Dit betekent dat verhuurders de mogelijkheid hebben om bij nieuwe huurders de huur met 4 procent te verhogen, zoals blijkt uit het onderzoek.
Het onderzoek analyseerde de gevolgen van de huurwet die voormalig woonminister De Jonge heeft ingevoerd, samen met het daaraan gekoppelde puntenstelsel. Matthijs Korevaar, woningmarktonderzoeker aan de Erasmus Universiteit en een van de auteurs van het rapport, benadrukt dat hoewel de huren in Smallingerland kunnen stijgen, dit niet automatisch zal gebeuren, aangezien de markthuur afhankelijk is van de betaalbereidheid van huurders.
In het onderzoek werd een standaard huurhuis als referentie genomen: een appartement uit de jaren tachtig van 75 vierkante meter, met energielabel A. De verhouding tussen huurprijs en WOZ-waarde varieert afhankelijk van de afwijking van deze standaard. Huurders van rijtjeswoningen en recent gebouwde huizen betalen relatief minder ten opzichte van de WOZ-waarde dan de huurders van de standaard appartementen uit de jaren tachtig.
Huidig woonminister Keijzer overweegt een versoepeling van de huurwet om verhuurders meer flexibiliteit te bieden. Zij benadrukt dat de huurmarkt toegang biedt tot locaties die voor veel huurders anders onbetaalbaar zouden zijn. Echter, strikte huurregels zouden kunnen leiden tot een verkoopgolf van huurwoningen door verhuurders. Dit fenomeen is al zichtbaar en kan invloed hebben op de beschikbaarheid van huurwoningen in Smallingerland en andere vergelijkbare gemeenten.